Main content

Vraag

Welke digitale technologie gebruikt men bij de behandeling van psychoses? En waar kan ik dit vinden? Of zijn er geen?

Antwoord

Dag M.,

Alhoewel de digitale technologie zeer snel evolueert, staat de toepassing van deze digitale technologie in de klinische praktijk nog in de kinderschoenen. Toch zal het in de toekomst steeds belangrijker worden. Welke technologie wordt nu al gebruikt?

  1. Apps om jezelf in kaart te brengen: psychische klachten ontstaan niet in een vacuum, maar komen voor in het gewone dagelijkse leven. Psychische klachten variëren van moment tot moment en komen voor in interactie met je omgeving, bv. wanneer je alleen bent of net in gezelschap, wanneer je actief bent of net niets aan het doen bent, enz. De beste manier om dit in kaart te brengen is door mensen vragen zichzelf te volgen en regelmatig te rapporteren of ze klachten hebben, hoe ze zich voelen, maar bv. ook iets zeggen over die context. Om dit te doen zijn er apps op de markt, bv. de PsyMate app, die toelaat om jezelf goed in kaart te brengen. Dit kan helpen om een beter inzicht te krijgen in je eigen gedragspatronen maar kan ook helpen in de communicatie met je behandelaar om samen te kijken hoe het gaat in je leven.
  2. Apps om behandeling aan te bieden: een app kan ook gebruikt worden om behandeling aan te bieden in het dagelijks leven, op de momenten dat je het echt nodig hebt. De ontwikkeling van deze apps staat nog in de kinderschoenen omdat veel onderzoek nodig is naar bv. de effectiviteit van zo'n app. Binnen mijn onderzoekscentrum testen we momenteel een app uit die Acceptance and Commitment Therapie in het dagelijks leven (ACT-DL) heet. Deze app wordt gebruikt als toevoeging aan een ACT therapie. Wanneer mensen een ACT sessie gehad hebben, bij hun therapeut, kunnen zij vervolgens thuis gaan oefenen met de ACT-DL app om de geleerde zaken ook in het dagelijks leven toe te passen. Een ander voorbeeld is TEMSTEM, een app die in Nederland is ontwikkeld om mensen te helpen om met hun stemmen om te gaan.
  3. Wearable technologie: dit is technologie zoals bv. een fitbit of een stappenteller of de sensoren in je telefoon die allerlei informatie over mensen kan verzamelen. We denken dat deze informatie in de toekomst mogelijk kan helpen om mensen meer inzicht te geven in hun eigen gedragspatronen (bv. wanneer mensen stress ervaren of rusteloos worden), maar op dit moment is dit nog niet klinisch toepasbaar.
  4. Virtual reality: ook de virtuele wereld wordt gebruikt om therapie toe te passen. Een virtuele wereld kan helpen om op een veilige en gecontroleerde manier dingen uit te proberen (bv. met een volle metro meerijden terwijl je dit eigenlijk liever niet wil), en om vaardigheden uit te testen en op te bouwen die je nodig hebt in het echte leven. Zowel in Groningen als Londen wordt ook gewerkt aan een Avatar therapie waarbij mensen virtueel in interactie kunnen gaan met hun stemmen (die als avatars in de virtuele wereld aanwezig zijn).

 

Kortom, digitale technologie biedt zeer veel mogelijkheden; maar het is nog niet echt goed geïmplementeerd in de klinische praktijk. Belangrijk hierbij is om een onderscheid te maken tussen lifestyle apps (bv. apps die je helpen om meer te bewegen of gezonder te eten) en apps die echt gericht zijn op je geestelijke gezondheid. Voor die laatste is degelijk wetenschappelijk onderzoek nodig, zodat mensen op een veilige en betrouwbare manier deze apps kunnen gebruiken.

De digitale technologie biedt als heel belangrijk voordeel dat het bijdraagt aan de emancipatie en empowerment van de patiënt. Door mensen zichzelf te laten monitoren in hun dagelijks leven, worden zij terug expert van hun eigen ervaringen. En dat is een fundamentele verandering in de relatie tussen de behandelaar en de patiënt.

Met vriendelijke groet,

Inez Germeys

Beantwoord door: Inez Germeys op 15 maart 2018
  • Deel deze pagina: