Main content

Wim Simons is een psychiater en gezinstherapeut. Hij is tewerkgesteld op de afdeling acute opname van het Psychiatrisch Ziekenhuis Sint-Annendael Diest waar hij bovendien ook hoofdgeneesheer is. Hij tracht om de meest acute crisissen zo herstelgericht mogelijk te benaderen waarbij heel nabije zorg geleverd wordt. Zo startte hij enkele jaren geleden samen met het team op de intensieve afdeling als eerste in Vlaanderen met rooming-in voor familieleden van patiënten in crisis.

1. Wanneer voelde jij je het laatst kwetsbaar?

Ik vind het ouderschap soms echt wel een uitdaging. Je doet heel veel met de beste intenties en naar beste vermogen, maar de uitkomst van die persoon-in-wording heb je naarmate ze opgroeien en finaal niet in de hand. Maar goed ook, alleen zo kunnen het die mooie individuen worden met hun eigenheid. Maar tegelijk voel ik me daar wel kwetsbaar bij, omdat je beseft dat je die kinderen, die er door ons als ouders gekomen zijn, niet helemaal meer kan beschermen in wereld die soms erg hard is.

2. Als je een ding mocht veranderen in de GGZ wat zou dat zijn?

Ik zou het goed vinden moesten mensen, en zeker jongeren, niet zo lang moeten wachten om geholpen te worden met hun problemen. Het brein van jonge mensen is voortdurend in volle ontwikkeling waardoor het voor hen heel belangrijk is om vroegtijdig de nodige hulp te krijgen zodat problemen op volwassen leeftijd voorkomen kunnen worden.

Heb je enig idee hoe dit verwezenlijkt kan worden?

Ik denk dat we zeker moeten bekijken hoe we ons binnen de sector zodanig kunnen organiseren dat we een efficiënt model hebben. Maar tegelijk is het absoluut nodig dat de overheid fors investeert in deze sector en in een verbindende, zorgzamere samenleving. Op lange termijn gaat dat veel meer opbrengen omdat we er een veerkrachtigere bevolking aan overhouden.

3. Welke patiënt is je bijgebleven?

Ik word het meest getroffen door patiënten die een trauma hebben opgelopen in het levensgeschiedenis: enerzijds door hun verhalen en hun uitgesproken lijden maar anderzijds nog meer door de veerkracht en moed die ik bij hen zo vaak zie. Ik heb een enorme bewondering voor de inspanning die zij 24/7 leveren.

4. Waar vind jij rust?

Ik vind mijn rust zowel thuis als in de natuur. Ik ga graag lopen en wandelen. Soms gebeurt dit in stilte, maar dit kan evengoed met muziek of een boeiende podcast. Op dat moment is er geen duidelijk doel en geen haast. Ik heb dan mentale vrije ruimte om mijn gedachten de vrije loop te laten.

5. Hoe gaat het met je eigen zelfbeeld?

Dit is een vraag waar je als hulpverlener volgens mij niet altijd bij stilstaat. Maar ik probeer mezelf te aanvaarden zoals ik ben. Ik ben dankbaar voor het feit dat ik een aantal dingen goed kan. Tegelijkertijd probeer ik nederig en mild  te zijn over dingen waarvan ik weet dat ze mij mindergoed liggen maar die ik toch moet doen.

6. Welke tips heb jij voor anderen in de GGZ?

Blijf zoveel mogelijk authentiek. Probeer met een verbindende, niet oordelende, maar toch ook actief luisterende houding naar mensen te stappen die hulp vragen.

We hebben dikwijls een heel goede verbindende modus naar onze patiënten en families toe, maar het is belangrijk om dit zeker ook op collega’s toe te passen.

Is er nog iets dat je kwijt wil?

Psychische klachten variëren van heel mild tot heel ernstig. Bovendien kunnen ze zowel van korte als van lange duur zijn. Het is noodzakelijk dat we goed zoeken naar hoe we mensen het beste kunnen helpen en hoe we de zorg het efficiëntst kunnen organiseren. Zeker moeten we inzetten op vroegtijdige hulp en beter nog, preventie. Maar daarbij mogen we niet uit het oog verliezen dat sommige mensen zo kwetsbaar zijn. Ik heb het gevoel dat er soms zodanig veel aandacht zou kunnen gaan naar het voorkomen en tijdig opvangen van psychische problemen waardoor de groep die het zwaarst heeft en er al het langst van afziet, vergeten zouden worden. Het is van groot belang dat we ook deze mensen blijven ondersteunen.

 

  • Deel deze pagina: