
Gert Remans schrijft over psychisch geweld, onbegrip en een dunne lijn tussen bescherming en verwaarlozing.
Via stukjes verhaal legt Gert uit hoe menselijke zorg eruitziet. Luisteren naar mensen met ervaring blijft essentieel.
Uitreiken naar hulp
Psychisch geweld laat geen blauwe plekken achter. Het is stil, doordringend en vernietigend. Wie het meemaakt, weet hoe het voelt om langzaam af te glijden in angst, verwarring en wantrouwen niet omdat je gek wordt, maar omdat iemand anders doelbewust je werkelijkheid ondermijnt. Wekenlang probeerde ik overeind te blijven onder druk van manipulatie, dreiging en emotionele uitputting. Toen ik eindelijk de moed vond om hulp te zoeken en mijn angst te delen met de politie, dacht ik dat er eindelijk geluisterd zou worden. In plaats daarvan belandde ik uitgeput, radeloos en onbegrepen in een isoleercel van de psychiatrie.
Nood aan erkenning
Wat er toen gebeurde, raakte mij dieper dan de weken van psychisch geweld ervoor. Plots was ik niet langer het slachtoffer dat bescherming zocht, maar de patiënt die rust moest krijgen. Mijn noodkreet werd vertaald in een diagnose, mijn wanhoop in verward gedrag. Het systeem dat ik om hulp vroeg, draaide zich om en keek mij aan als het probleem. Ik begrijp dat hulpverleners moeten waken over veiligheid. Dat er situaties zijn waarin iemand tijdelijk beschermd moet worden tegen zichzelf. Maar wat ik toen nodig had, was geen afzondering het was erkenning. Iemand die vroeg: “Wat is er gebeurd?” in plaats van “Wat scheelt er aan jou?”
Een systeem dat niet luistert
Mijn verhaal is geen uitzondering. Het laat zien hoe onze zorg- en veiligheidsstructuren tekortschieten in situaties van psychisch geweld. Politie, justitie en psychiatrie werken te vaak naast elkaar in plaats van met elkaar. Wie slachtoffer is van psychische manipulatie of intimidatie, wordt zelden als zodanig herkend. De signalen zijn onzichtbaar, de verhalen te complex, de emoties te heftig om eenvoudig in te passen in een protocol. En dus grijpt het systeem naar wat het kent: controle. Een kamer, een bed, een gesloten deur.
De gouden driehoek van menselijke zorg
Ik had nood aan 3 eenvoudige vragen:
Wat is er precies gebeurd?
Wat voel je nu?
Wat heb je nodig van ons?
Luisteren, erkennen, ondersteunen had het verschil kunnen maken tussen verdere breuk en herstel. Ze vormen de gouden driehoek van menselijke zorg, die we zo vaak vergeten in de haast van administratie, angst en beddencijfers. We hebben een systeem gebouwd dat vooral wil voorkomen dat er iets misgaat, maar daardoor vergeet wat écht helpt. Psychiatrische zorg moet niet langer draaien om bedden, maar om mensen. Niet om risico’s beperken, maar om vertrouwen herstellen. Wie een melding doet van psychisch geweld, mag nooit eindigen in afzondering, maar moet worden beschermd, gehoord en begeleid.
Kiezen om beter te luisteren
Ik heb geleerd dat er in de zorg geen aan- en uitknop bestaat voor pijn en herstel. En trauma’s verjaren niet. Maar er bestaat wél een keuze om beter te luisteren, ook als het verhaal moeilijk of verward klinkt. Want achter elke verwarde mens kan een slachtoffer schuilgaan dat te lang heeft gezwegen. De vraag is niet of het systeem beter kan. De vraag is: wanneer durven we weer menselijk te zijn?
Lees ook Wat een psychose doet met een mens en Omdat ik geen uitweg meer zag van Gert Remans.
Lees hoe de Blauwdruk goede psychosezorg een antwoord biedt om bovenstaande tekortkomingen binnen de GGZ te verhelpen.
Reageren op dit stukje ervaringsverhaal kan rechtstreeks aan het adres van Gert Remans via iedereencontent@gmail.com
Reacties: