In zijn nieuwste boek “Wij zijn ons lichaam” daagt gedragsneuroloog Charles Njiokiktjien klassieke scheidingen uit tussen lichaam en geest, tussen denken en bewegen, tussen psychologie en neurologie.
Het is een werk dat bol staat van wetenschappelijke inzichten én maatschappijkritiek, en tegelijk een warm pleidooi vormt voor een meer geïntegreerde kijk op kinderen met ontwikkelings- of gedragsstoornissen.
Lichaam en geest: één bezielde eenheid
Njiokiktjien verwerpt het klassieke dualisme van lichaam versus geest. Volgens hem zijn wij geen brein-met-een-lichaam, maar een bezielde brein-lichaameenheid — een organisme waarin taal, motoriek en sociaal gedrag diep met elkaar verweven zijn, zowel evolutionair als in de ontwikkeling van elk kind.
Twee delen, één visie
Het boek bestaat uit twee herwerkte delen:
-
Deel I (Mond en handen: abstracte instrumenten van de geest) zoomt in op hoe taal en handelingen evolutionair zijn ontstaan als overlevingsmechanismen. Via handen en mond leren we communiceren, handelen, verbinding maken. Storingen in deze instrumenten (zoals bij taalstoornissen, dyspraxie of autisme) zijn daarom niet enkel ‘stoornissen’, maar manifestaties van een andere manier van in de wereld staan.
-
Deel II (Wij zijn ons lichaam) gaat verder in op de rol van het lichaam in ons mentale en sociale functioneren. Wat betekent het dat we zijn wat we lichamelijk kunnen doen, zeggen, ervaren?
Voor wie is dit boek bedoeld?
Voor iedereen die werkt met of leeft met kinderen met ontwikkelingsstoornissen, neurologische aandoeningen of psychiatrische kwetsbaarheden. Het boek is ook een aanrader voor professionals in de jeugdpsychiatrie, logopedie, ergotherapie, psycholinguïstiek en het onderwijs.
Wat maakt dit boek zo waardevol?
- Het herstelt de link tussen neurologie, psychologie en pedagogiek.
- Het geeft een frisse kijk op stoornissen zoals autisme, DCD en taalontwikkelingsstoornissen.
- Het benadrukt het belang van een omgeving die begrijpt, ondersteunt en mee-evolueert.
Kritische noot
Njiokiktjien uit ook kritiek op de verschraling binnen de kinderneurologie en kinderpsychiatrie, waar taal- en motoriekstoornissen steeds minder aandacht krijgen. Terwijl juist die lichamelijke expressie van geest zo cruciaal is om kinderen goed te begrijpen.
“Wij zijn ons lichaam” is geen lichte lectuur, maar wel een rijke en noodzakelijke. Een boek dat je aan het denken zet over wat het betekent om mens te zijn — en hoe we kinderen in hun volle mens-zijn kunnen ondersteunen.