Main content

Julie is drieëntwintig, getrouwd met de liefde van haar leven. Ze houdt van fotograferen en schrijven. Op haar website ‘Het leven in een hoofd’ schrijft ze blogs om inzicht te geven in haar hoofd en te vertellen wat het betekent om te leven met een psychische kwetsbaarheid.  

Mijn hoofd vormt een apart iets. Noem het irreële getallen, de cirkeltjes die je moest tekenen in het eerste middelbaar. Of noem het de drukte van een winkelstraat op een goede soldendag. Je kan het ook een dierentuin noemen. Ik beschrijf het meestal met die laatste optie.

Alleen is er een verschil tussen de dierentuin in mijn hoofd en de Zoo van Antwerpen. In mijn hoofd zitten de dieren niet in hokjes te wachten tot bezoekers komen, en kinderen met bekwijlde handen de terraria betasten. In mijn hoofd gaat het er niet zo netjes aan toe. De dieren lopen los door elkaar, schreeuwen en vechten met tijd weleens. Mijn hoofd is een urban jungle, waar de gieren krijsend tussen de wolkenkrabbers van dromen krioelen.

Een gier zei dat ik kon vliegen, beval me om uit het raam te springen

Het meest aanwezige dier is de gier. Ik ben al geen held als het vogels betreft, en gieren zijn wezens waar ik niet zo’n fan van ben. Maar dat ene dier in mijn hoofd noem ik de gier.

Ik was een zestienjarige puber toen de gieren in mijn leven kwamen. Ze spraken tegen me, op een luide scherpe toon. Ze bevalen me dingen te doen, zoals mezelf opzettelijk verwonden. Ze gaven me dingen die men later wanen ging noemen. Zo leefde ik met de panische angst om vermoord te worden. Ik voelde me nergens veilig voor de gieren. Een gier zei dat ik kon vliegen, beval me om uit het raam te springen. En ik zou het gedaan hebben, mochten verpleegkundigen me niet hebben tegengehouden. Het klonk zo geloofwaardig dat het wel waar moést zijn, dat ik kon vliegen.

Maar over het algemeen is de zoo in mijn hoofd redelijk gestructureerd. Blijven de dieren in terrariums

De gieren waren stemmen die ik hoorde. Meestal de stem van mensen die me in mijn leven veel pijn hebben gedaan. Later gingen ze het psychose noemen.

De gieren zijn jaren weg geweest. Af en toe komen ze nog eens opzetten. Bij momenten van stress of als de traumatische ervaringen teveel doorwegen. Maar over het algemeen is de zoo in mijn hoofd redelijk gestructureerd. Blijven de dieren in terrariums, hoezeer ik dierentuinen ook afkeur, toch geeft het een veilig gevoel dat de gieren, de reptielen, de apen me niet kunnen pijnigen in mijn hoofd. Door tegen me te schreeuwen, me zaken te bevelen, te zeggen dat het misbruik mijn schuld is.

De psychose is vooral milder geworden door medicijnen. Ik neem nog steeds een medicijn om het allemaal wat milder te maken, en die pillen ben ik doorheen de jaren blijven nemen.

Ik kan wel zeggen dat psychose soms een redding was

Ik kan wel zeggen dat psychose soms een redding was. Om te ontsnappen aan de enge, griezelige, alledaagse realiteit. Soms luchtte het me op om iemand anders te zijn, dingen te denken, horen en zien die niet kloppen. Maar dit was heel beperkt. De gieren bevalen me vooral zaken te doen waar ik zelf niet achter stond, zoals mezelf verwonden en ander gevaarlijk gedrag vertonen.

Gelukkig is het nu stiller in mijn hoofd. Soms komt een gier opzetten, maar ik weet dat het niet echt is. Ik kan de realiteit van mijn droomwereld onderscheiden.

Het dier dat psychose heet is relatief afwezig in mijn leven.

Deze blog verscheen eerder op Julies eigen site.

  • Deel deze pagina:

Reacties:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *