Main content

Eva Bamps is een eerstejaars doctoraatstudent bij het Centrum voor Contextuele Psychiatrie. Het team van het Centrum voor Contextuele Psychiatrie onder leiding van Professor Inez Germeys verzorgt een tweewekelijkse blog over nieuwe ontwikkelingen in de wetenschap op het gebied van psychiatrie in het algemeen en psychose in het bijzonder.

Alleen is niet altijd eenzaam

“Een mens is niet gemaakt om alleen te zijn”. Deze uitspraak klinkt de meeste mensen vast wel bekend in de oren. Dit geeft al aan hoe belangrijk sociaal contact is voor mensen. In de wetenschappelijke literatuur spreken we over de “need to belong”, de behoefte die mensen hebben om ergens bij te horen. Maar wat als het niet lukt om ergens bij te horen? Of wat als je even geen zin hebt om ergens bij te horen? In deze blog wil ik laten zien dat weinig sociaal contact vaak gepaard gaat met psychische klachten, maar dat dit zeker niet altijd het geval is.

Wat is eenzaamheid en bij wie komt het voor?

Sociaal contact is een groot onderdeel van ons dagelijks leven, meestal gaat er geen dag voorbij zonder dat we een praatje maken met iemand anders. Soms valt dit contact echter weg, en dan kan eenzaamheid de kop op steken. We zeggen dat iemand eenzaam is wanneer hij/zij een verschil ervaart tussen de hoeveelheid sociaal contact die hij/zij heeft en de hoeveelheid sociaal contact die hij/zij graag zou hebben. Het draait dus vooral om het gevoel of de ervaring.

Eenzaamheid heeft een invloed op zowel fysiek als mentaal welzijn. Eenzame personen hebben meer kans op hoge bloeddruk, hartaanvallen, dementie en depressie. Gevoelens van eenzaamheid kunnen nog versterkt worden door het hebben van bepaalde psychische klachten. Een groot deel van de mensen met psychische klachten geven inderdaad aan last te hebben van eenzaamheid. Hierbij gaat het vaak over mensen met depressieve klachten, maar ook mensen met psychotische klachten voelen zich vaak eenzaam. Eenzaamheid komt daarbovenop vaker voor bij mensen met psychische klachten dan bij andere risicogroepen, zoals ouderen. Tijdens de behandeling van psychische klachten wordt er daarom ook sterk gefocust op het verminderen van de eenzaamheid.

Eenzaamheid werd lange tijd gezien als een symptoom, maar recent onderzoek heeft aangetoond dat het eigenlijk losstaat van de andere symptomen. Het zorgt er wel voor dat de psychische klachten blijven bestaan en in sommige gevallen zelfs verergeren. Daarom blijft het belangrijk om tijdens de behandeling te werken aan het versterken van het sociale netwerk.

Wel alleen, niet eenzaam

Er zijn echter ook een heel aantal mensen die af en toe bewust minder sociaal contact opzoeken. Denk bijvoorbeeld aan wanneer je je in alle stilte terugtrekt om de krant te lezen na een drukke dag, of wanneer je een rustige plek opzoekt om een belangrijke taak af te maken. Zowel in wetenschappelijk onderzoek als in de media is er tegenwoordig steeds meer aandacht voor de voordelen die verbonden zijn met tijd alleen doorbrengen, zowel in wetenschappelijk onderzoek als in de media. Denk maar aan concepten zoals “me-time”, “JOMO” (joy of missing out) en “digital detox” waarbij mensen hun smartphone een tijdje aan de kant leggen om te bekomen van alle digitale prikkels.

De meest bekende voordelen van tijd alleen doorbrengen zijn een toename in creativiteit en in inzicht krijgen in zichzelf. We kunnen ons inderdaad makkelijk inleven in de kunstenaar die de rust van de natuur opzoekt om een nieuw werk te kunnen maken, of de schrijver die op retraite gaat om zijn/haar boek af te maken. Alleen zijn geeft ons de kans om onze gedachten de vrije loop te laten waardoor er nieuwe associaties ontstaan en daaruit ontstaan nieuwe ideeën. Niet alleen over de dingen waar we mee bezig zijn, maar ook over onszelf. Wanneer we alleen zijn, kunnen we nadenken over wat belangrijk is voor ons, onze waarden en normen, zonder invloed van buitenaf. Zo vormen we een beeld van onszelf en rangschikken we onze prioriteiten op zo’n manier dat ze overeenkomen met dat beeld.

Wetenschappelijk onderzoek over alleen zijn

We weten ondertussen dus dat er zowel positieve als negatieve gevolgen verbonden zijn aan tijd alleen doorbrengen. Het is echter een open vraag wat er precies voor zorgt dat tijd alleen doorbrengen positieve of net negatieve gevolgen heeft. Gaat het over de hoeveelheid tijd die mensen alleen doorbrengen? Over wat je doet tijdens die tijd alleen? Of gaat het net over het gebrek aan betekenisvolle interacties met anderen? Het is namelijk mogelijk dat eenzaamheid niet te maken heeft met het aantal mensen waar je mee praat op een dag, maar met de verbondenheid die je voelt tijdens die gesprekken. Deze vragen probeer ik te beantwoorden tijdens mijn doctoraat, waarvan ik hoop de eerste resultaten op het einde van dit jaar bekend te maken. Ik focus hierbij vooral op de jongeren uit onze SIGMA studie, want de puberteit is een belangrijke periode waarin jongeren meer tijd alleen gaan doorbrengen. Door dit te onderzoeken, kunnen we in de toekomst zorgen voor meer gerichte hulp voor de mensen die lijden onder de negatieve gevolgen van alleen zijn terwijl we de positieve gevolgen niet verminderen of wegnemen.

(www.ccp-leuven.be; Center for Contextual Psychiatry; twitter: @ccp-leuven; @inezgermeys; @reskarlijn)

  • Deel deze pagina:

Reacties:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *