Esther Verhoek is moeder van twee volwassen kinderen en studeerde ooit aan de TU Eindhoven. Na een carrière als manager en business consultant werd zij geconfronteerd met zware psychische uitdagingen, waaronder een post partum psychose, burn-outs en periodes van depressie en manie.
Esther was vergeten hoe ‘ziek zijn’ was. In deze blog neemt ze ons mee in haar ervaring.
De strijd
Het kwam allemaal weer boven toen iemand in mijn nabije omgeving langdurig uitgeschakeld was. Ziek zijn is veel meer dan een paar dagen of weken niet mee kunnen draaien. Ziek zijn of worden is een heel proces van vele emoties die niet door iedereen begrepen worden ook al is er veel begrip. Ik schreef ooit:
Ziek zijn was een eindeloos gevecht om beter te worden, geheugen een zeef door de angst en mijn kunnen denken en beslissen praktisch uitgeschakeld. Een soort van afhankelijk kasplantje, uitgeschakeld, bestempeld en afgestempeld.
Het me ziek moeten melden voelde zo als falen. Ik schrijf ‘moeten’ want het was niet mijn keuze. Net alsof het me van buitenaf opgedrongen werd. En steeds dacht ik ‘als ik het nog even probeer gaat het wel over’, waarmee ik er steeds verder en dieper in zakte en het mezelf alsmaar moeilijker maakte. Mijn herstelperiode werd hiermee alleen maar langer en zwaarder. Ik stelde het dus uit in de hoop dat het over zou gaan. Na ‘dat telefoontje’ was de opluchting maar van korte duur. Daarna voelde ik me een mislukkeling. Ik had weer gefaald voor de zoveelste keer na die ene eerste keer, ‘had ik nog maar’, ‘ik heb het weer fout gedaan’, ‘nu zit ik er weer in’, ‘niet weer?’, … De eerste weken waren altijd vreselijk. Zo’n strijd, het-niet-toe-kunnen-geven aan ziek zijn. Vechten voor iets dat niet meer was, maar ook niet los willen laten. Wat? Eigenlijk geen idee, maar zo voelde het. Proberen het nog te redden, wat hopeloos was. Het station van gezond en wel zijn, was allang passé.
Niemandsland
Er was geen weg meer terug maar ook even geen weg vooruit. Niemandsland, het land van falen en er niet bij horen, van weer ziek zijn. Heel vermoeiend en daardoor nog meer ziekmakend. Het ziek worden stopte niet met de ziektemelding. Het werd de eerste weken erger, juist vanwege dit gevecht van er niet aan over geven. De bodem was nog niet bereikt. Het was juist dit ‘niet accepteren’ dat het gevecht behield. Compleet zinloos, maar een fase waar ik doorheen moest totdat er eindelijk berusting kwam in het feit dat ik echt ziek was, gewoon ziek. Toen pas ontstond er acceptatie. Feitelijk uit het gewoon geen keuze hebben anders dan het te accepteren, nadat ik volledig uitgeput was van het strijden om maar niet ziek te zijn. Stoppen met strijden om gewoon beter te zijn, alsof er niets aan de hand was. Op dat moment was de bodem van de put eindelijk bereikt. Accepteren dus dat het nu zo is zonder los te laten en het gevecht op te geven. Nee, ‘het’ accepteren zodat ik kon genieten van de tijd die ik had om te herstellen.
Dat was het beste medicijn dat ik mezelf kon geven. Niet vechten tegen het ziek zijn, het even anders zijn, maar het gewoon accepteren, wetende dat het goed zou komen. Dat het tijd nodig heeft die ik nu met leuke dingen ging invullen en goed besteden. Dat liet ik de strijd zijn in het beter worden.
Na ‘ziek zijn‘ komt de reis van ‘beter worden‘.
In mijn reis ooit van beter worden, zat schaamte, me schuldig voelen, reddeloos zijn, uitzichtloosheid, hopeloosheid, boosheid, verdriet en angst. Wat zullen ze wel niet van me denken? Angst voor dat telefoontje van mijn baas, maar ook zelfs van mijn collega’s. En dan de bedrijfsarts, slapeloze nachten bezorgde hij mij. Wat vertel ik dat hij uit mijn misschien-wel-onsamenhangende-verhaal me niet verplicht om te gaan werken? Ook al had ik het ziek zijn wel of niet geaccepteerd, dan is het moeten gaan werken nog wel de grootste angst. Inmiddels was de drempel om te gaan werken heel hoog geworden, dood eng en hoe minder contact er was, wat fijn leek, des te moeilijker werd mijn uiteindelijke terugkeer. Zo dubbel.
Ergens was het goed voor mijn herstel als ik met rust gelaten werd maar het werkte ook de duur van mijn herstel periode tegen en maakte de drempel gigantisch hoog. Contact hield de deur open en de drempelvrees kleiner mits er begrip was en geen druk.
Doodeng die bedrijfsarts
Pas na het eerste telefonische contact werd het wat rustiger tot een volgend contact moment, bijv. een fysiek bezoek aan de bedrijfsarts. Doodeng. Vraag is wat mijn grootste angst was, het idee dat hij wil dat ik ga werken of het bezoek? Maar die belletjes van mijn baas en collega’s waren niet voldoende om die drempel te overbruggen waar ik ooit weer overheen moest om terug te keren, die stap het gebouw in, mijn kantoor in, mijn collega’s weer zien, de kantine, weer onder de mensen zijn, etc. Pas tijdens mijn reïntegratie ebden deze naarstige buikgevoelens langzaam weg en was de weg naar herstel in gang gezet en de hoop op weer gewoon als ieder ander werken, in zicht.
Vrijheid versus ritme
Het weer werken en opbouwen vroeg op persoonlijk vlak ook wel het een en ander. De vrijheid die ik gewend was, werd ineens weer beperkt. Het ritme dat eerder ingevuld werd door een vrij bestaan vroeg nu routine, discipline en regelmaat. Alles wat ik juist moest loslaten om te herstellen mocht ik nu weer oppakken om terug te keren in mijn oude leventje. Onwennig. Ik keek de minuten weg op de klok. Heel blij als ik mocht gaan en buiten opgelucht adem kon halen. Ook moest ik het werk opbouwen om vulling te krijgen tot het kantelpunt waar ik juist moest oppassen niet door te schieten naar die andere kant. Het vroeg me om heel goed mijn grenzen te bewaken, terwijl ik zo geneigd was toch weer vol deel te willen nemen aan het arbeidsproces. Ik wilde productief zijn, maar voor mijn baas was ik zeker in het begin gewoon nog ziek en dus niet productief.
Zie het als oefenen in gewoon aanwezig zijn. Anderen kunnen niet zien wat je aankunt. Alleen jij kunt je tijd en energie bewaken. Langzaam bouwde ik op en voordat ik het wist werkte ik weer alsof het ziek zijn niet bestaan had. Een heel proces komt mee met ‘ziek zijn’ en maakt het moeilijk. Het vraagt je best wel wat te verstouwen geestelijk gezien wat door anderen vaak niet begrepen wordt. ‘Ziek worden’ gebeurt niet zomaar en reïntegreren of ‘beter worden’ is een proces dat daar weer op volgt. Compleet herstellen heeft echt tijd nodig. Houd vertrouwen dat het weer goed komt.
Esther maakte de Weer LEVEN Kit®. Een blikje met 86 kaarten voor mensen die kampen met stress, angst, een depressie, slaapproblemen en ander psychisch lijden of bij afbouw van psychofarmaca. Het blikje bevat velerlei tips en leefstijl adviezen voor allerlei thema’s voor thuis, zelfs met multi media. Ook als naaste te gebruiken in je begeleiding van een dierbare, met do’s and don’t en tips voor henzelf. Naast deze paarse, gele en blauwe kaarten met de thema’s angst, gedachten, onrust/stress, slaap, in de actie komen en reïntegreren zijn er ook groene, oranje en rode kaarten op vlak van slaaproutines, bewegen, ontspannen, aarden en voeding én een preventieplan, een paniekkaart en hulpkaart.
Na zelf jaren depressies, bipolariteit en psychosen te hebben ervaren, maar ook als naaste van, voelde ik de noodzaak mijn ervaringen te delen in deze eenvoudig inzetbare kit met velerlei tips. Een combinatie van kennis vanuit de Ayurveda, de oudste holistische gezondheidsleer uit India, diverse oosterse wijsheden en mijn eigen 20 jaar lange ervaring vanuit de reguliere zorg vormen de basis van deze toolkit voor psychisch lijden. Gereviewed door vele disciplines in de zorg.
Zelf ben ik al jaren hersteld en medicatie vrij na jaren ellende en zorgenkindje voor mijn naasten. Ziek worden en reïntegreren heb ik helaas vele malen ondergaan. ‘De Weer LEVEN Kit®‘ is wat ik gemist heb toen, mijn weg eruit. Mijn weg van ‘ziek zijn’ terug naar echt mijn authentieke zelf. Dat gun ik iedereen.
De Weer LEVEN Kit® is verkrijgbaar via www.es-sentie.nl en in winkels in NL en BE.
Esther Verhoek, augustus 2025
Reacties: