Main content

Jeroen Kleinen werkt als psychiater in Sint-Hiëronymus te Sint-Niklaas. Hier werkt hij op twee afdelingen, een afdeling voor mensen met een psychotische stoornis en een afdeling voor mensen met een psycho organische stoornis. Daarnaast is hij reeds enkele jaren voorzitter van de medische raad in het ziekenhuis. Deze medische raad is een overlegorgaan voor afgevaardigden van artsen in het ziekenhuis die beslissen over allerlei medische aangelegenheden.

1. Wanneer voelde jij je het laatst kwetsbaar?

Ik heb ooit een dispuut gehad met de politie omtrent de in beslagname van een patiëntendossier. Hierbij werd ik verdacht van belemmering van de rechtsgang. Ik ben toen officieel verhoord en heb me moeten laten bijstaan door een advocaat. Hoewel ik nooit in beschuldiging gesteld ben, heb ik me toen zeer kwetsbaar gevoeld. Vooral het gegeven dat je eigen woord en verdediging niet meer voldoende zijn en dat je afhankelijk wordt van de hulp en het oordeel van andere mensen confronteerde me met mijn eigen kwetsbaarheid.

2. Als je een ding mocht veranderen in de GGZ wat zou dat zijn?

De mogelijkheid om een beleid te voeren op basis van een mensvisie en niet voornamelijk op basis van financiën. Ik heb het gevoel dat er de laatste jaren een enorme besparingsdrift is en dat deze drift ten koste gaat van mensen met langdurige en ernstige psychische problemen. Naar mijn mening is dit net een doelgroep waar veel aandacht aan geschonken moet worden. Dit houdt volgens mij een groot risico in dat we voorbijgaan aan de mensen die ziek zijn. Dat we niet zozeer bezig zijn met de persoon die de ziekte heeft, maar met wat de ziekte kost.

3. Welke patiënt is je bijgebleven?

Ik heb ooit een man behandeld van mijn leeftijd met evenveel kinderen als ik die een zeer ernstige zelfmoordpoging ondernomen had. We hebben toen ook de vrouw opgevangen. Dit kwam erg dicht bij mijn eigen leefwereld en mijn eigen leefsituatie waardoor het nog meer aangrijpend was.

4. Waar vind jij rust?

Ik vind mijn rust voornamelijk thuis en op vakantie. Ik ga graag op reis met mijn gezin. Lezen over niet werk gerelateerde dingen die mij interesseren zoals (enkele clichés als) auto’s en wijn brengt me ook tot rust. Ook wanneer ik zaterdag aan de zijlijn sta van het voetbalveld van mijn kinderen ervaar ik een moment van rust.

5. Hoe gaat het met je eigen zelfbeeld?

Ik heb op zich een vrij consistente kijk op mezelf. Net zoals iedereen ben ik soms wel eens onzeker. Het moment dat ik niet meer twijfel aan mezelf of over de beslissingen die ik neem, zou ik geen goede psychiater meer zijn denk ik. Wanneer dingen anders verlopen dan ik gehoopt had, word ik niet extra onzeker over mezelf. Tegelijkertijd blijf ik ook erg nuchter wanneer dingen wel goed gaan.

6. Welke tips heb jij voor anderen in de GGZ?

Ik denk dat we, ondanks alle hectiek en drukte, tijd moeten blijven maken en nemen voor elkaar. Wat ik zeer belangrijk vind is dat er voldoende tijd en ruimte blijft voor machteloosheid. Dit is voor mij één van de belangrijkste taken van een hulpverlener. Ook het dragen van je eigen machteloosheid valt hieronder. Wanneer je jezelf vanuit machteloosheid te snel laat verleiden tot het nemen van oplossingsgerichte beslissingen is dit vaak niet in het belang van de patiënt. Op lange termijn heb je weinig aan ‘quick wins’. Wanneer je te veel schrik hebt voor machteloosheid brengt dit bovendien het risico met zich mee dat men hele moeilijke cliënten niet makkelijk ontvangt. Ook voor de meest kwetsbaren en de mensen met de meest moeilijke problemen moet er tijd, ruimte en aandacht zijn.

  • Deel deze pagina: