Main content

Julie Janssens is naast gezinstherapeut, ook doctoraatsonderzoeker binnen het Centrum voor Contextuele Psychiatrie aan de KU Leuven waar ze deel uitmaakt van het SIGMA-team. SIGMA is een grootschalige longitudinale studie naar mentale gezondheid bij jongeren.

Ook tijdens de coronapandemie verzamelde het SIGMA-team gegevens van bijna 200 jongeren om beter te begrijpen hoe jongeren zich voelden tijdens de allereerste lockdown in vergelijking met voordien. In deze blog, licht Julie enkele bevindingen toe.

De coronapandemie

We zijn het er wereldwijd over eens, de verspreiding van het coronavirus was en is nog steeds een bedreiging voor onze fysieke gezondheid. De focus op onze fysieke gezondheid en de bescherming daarvan (denk aan alle maatregelen die we nemen) leek de mogelijke impact op onze mentale gezondheid wat te overschaduwen. Steeds meer mensen in de media, onderzoekers, psychiaters en nog vele anderen begonnen steeds luider te roepen om te waarschuwen voor de mogelijk negatieve impact van de pandemie op onze mentale gezondheid.

Adolescenten, een kwetsbare groep

Vooral adolescenten zouden mogelijks zeer kwetsbaar kunnen zijn voor de gevolgen van de pandemie en de opgelegde maatregelen gezien hun leeftijd en bijhorende ontwikkelingstaken (sociaal leren zijn, loskomen van ouders, aangaan en vasthouden van vriendschappen, identiteitsontwikkeling, grenzen opzoeken en ontdekken, intimiteit en seksualiteit, …). Toch bleef heel wat onderzoek naar de impact van de pandemie op de mentale gezondheid van adolescenten lange tijd uit.

En dat, terwijl we weten dat de adolescentie net een zeer belangrijke fase in de ontwikkeling is waar mentale problemen vaak ontstaan. Zo vinden er naast belangrijke lichamelijke en psychologische veranderingen, ook belangrijke sociale verschuivingen plaats tijdens deze fase. Denk maar aan de positie van vrienden versus ouders (ouders die in belang afnemen, vrienden die belangrijker worden). We zouden kunnen verwachten dat de drastische veranderingen in ons dagelijks sociaal leven ten gevolge van de pandemie dan ook vooral jongeren kunnen treffen aangezien zij net in die hele cruciale overgangsfase zitten als deel van hun sociale ontwikkeling. In onderzoek werd bijvoorbeeld gesuggereerd dat jongeren zich mogelijks meer geïrriteerd, gestresst en eenzaam voelen in hun dagelijkse leven tijdens de pandemie.

Maar hoe groot is de impact van deze pandemie op adolescenten, en wat zijn factoren die mogelijks kunnen beschermen tegen een negatieve impact?

De SIGMA-studie

Om deze relevante vragen te beantwoorden, hebben we nood aan grote longitudinale studies die jongeren al langere tijd volgen (voor en tijdens de pandemie) én die in het dagelijkse leven van deze jongeren gaan kijken zodat het geschetste beeld zoveel mogelijk overeenkomt met hoe ze het werkelijk ervaren.
Eén van deze studies die aan deze nood tegemoetkomt, is de SIGMA-studie van het Centrum voor Contextuele Psychiatrie (Katholieke Universiteit Leuven). De SIGMA-studie is een grootschalige longitudinale studie die wordt (ja, ze is nog steeds bezig) uitgevoerd bij bijna 2000 jongeren sinds 2018. Om de twee jaar worden alle jongeren gevraagd om opnieuw deel te nemen om op die manier zoveel mogelijk gegevens te verzamelen over hoe ze zich voelen, welke klachten ze ontwikkelen, welke beschermende factoren er in hun leven zijn, met wie ze in contact zijn en nog heel wat andere dingen die relevant zijn voor de mentale gezondheid van jongeren en de ontwikkeling van klachten.
Het was dan ook een uitstekende gelegenheid om met het SIGMA-team ook tijdens de allereerste lockdown (april-mei 2020) de kans te grijpen om onze jongeren op te volgen. Dit zou ons namelijk meer kunnen leren over de impact van de pandemie op hun mentale gezondheid en welke factoren een rol spelen in het verergeren van of beschermen tegen bepaalde mentale gezondheidsklachten. Bovendien maakt SIGMA gebruik van niet alleen een heleboel retrospectieve vragenlijsten, maar ook van de Experience Sampling Methode (ESM) waarmee ervaringen kunnen bevraagd worden ín het dagelijks leven van onze jongeren door middel van een smartphone die ze bij zich dragen (daarop krijgen ze dan korte vragenlijstjes toegestuurd, in dit geval 10x per dag gedurende 6 dagen). Aan de hand van deze gecombineerde batterij aan vragenlijsten, kregen we een duidelijk beeld van hoe de deelnemende adolescenten zich voelden voor én tijdens de pandemie: voelden ze zich geïrriteerder, meer gestresst en meer eenzaam? En we kregen daarbij ook meer zicht op de kwaliteit van hun relatie met hun moeder en vader – wat al vaker in onderzoek naar voren geschoven wordt als een mogelijks belangrijke beschermende factor in stresssituaties.

Resultaten

Ondanks dat we zouden verwachten dat jongeren zich meer geïrriteerd en gestresst voelden tijdens de allereerste lockdown, bleek de situatie minder erg. Ze voelden zich zelfs minder geïrriteerd in vergelijking met voor de pandemie en het stressniveau bleek niet speciaal toegenomen of afgenomen. Nu, hoe kunnen we dit begrijpen? Het is natuurlijk zeer mogelijk dat de sluiting van de scholen en de beperking van de sociale contacten op dat moment, een deel van de natuurlijke stress en irritatie die daarmee gepaard gaat, hebben weggenomen. Dit zou de resultaten kunnen verklaren (daar waar er misschien trigger voor stress en irritatie bijkwamen, vielen er misschien tegelijk ook weg).
Wat we bovendien zagen, was dat adolescenten zich wel duidelijk eenzamer voelden dan voordien wat toch benadrukt dat zij behoefte hebben aan fysiek in contact zijn met hun vrienden. Een behoefte die dus, ondanks het toegenomen online contact, niet voldoende vervuld werd.

Ouder-kind relatie ter bescherming

Hoe beter de relatie met hun vader en moeder (ja, beide ouders bleken een uniek belang te hebben), hoe minder geïrriteerd en eenzaam jongeren zich voelen (voor en tijdens de pandemie). Bovendien bleek de negatieve impact van de pandemie op eenzaamheid minder groot wanneer jongeren een goede relatie met hun vader en moeder hadden!

Conclusie

Uit de resultaten van dit onderzoek zouden we dus kunnen concluderen dat jongeren veerkrachtig zijn en dat de impact van de pandemie op hun mentale gezondheid best meeviel. We moeten echter voorzichtig zijn aangezien deze studie ons alleen iets vertelt over de periode tijdens de allereerste lockdown in België en de impact van de pandemie op de mentale gezondheid misschien vooral op de langere termijn merkbaar zal zijn. Maar we mogen wel zeker en vast meenemen dat beide ouders een belangrijke rol kunnen spelen in het beschermen van hun jongere tegen de negatieve impact van een pandemie zoals deze!

 
 
 
 
 
 
  • Deel deze pagina:

Reacties:

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *