Johan Van de Putte omschrijft de vier todo’s omtrent psychosegevoeligheid of eerder… het “p-woord”.
“Psychose”
Johan bekent dat hij in zijn artikel over de vier todo’s de term “p-woord” gebruikt omdat hij niet houdt van het woord “psychose”.
Dit komt omdat hij het vreemd vindt dat één term wordt gebruikt om een grote verscheidenheid aan verschijnselen te beschrijven. De mensen op wie het gericht is, zien het woord ook vaak als beledigend. Volgens Johan reduceert de term werkelijke ervaringen tot ziekte…
De 4 to do’s
- Je moet voorbij de verstoring in je eigen kijk en denkprocessen geraken.
- Je moet er je tijd voor nemen.
- Sluit je aan bij déze mens en dít leven.
- Leer van deze mens wat je alleen van deze mens kan leren.
“Presentie gaat over goede zorg: Wat is nú goede zorg voor déze persoon? Volgens de presentiebenadering kom je daar maar achter door goed aan te sluiten bij en je zorg af te stemmen op de zorgontvanger (én jezelf). In presentie is vakkennis belangrijk maar de relatie stuurt hoe je die gaat gebruiken. Hoe je de ander leert kennen in de relatie, dàt is bepalend.”
