Main content

Eva Bamps is een doctoraatsonderzoeker bij het Centrum voor Contextuele Psychiatrie van de KU Leuven. Binnen haar doctoraat focust ze op hoe jongeren alleen-zijn ervaren in het dagelijks leven en hoe deze ervaringen samenhangen met psychische klachten.

Het wordt duidelijk in deze blog dat we jongeren beter goed opvolgen om meer te weten over welke jongeren een hoger risico lopen op het ontwikkelen van psychische klachten. Op die manier kan deze informatie gebruikt worden om preventie te verbeteren.

De corona-pandemie had een grote impact op ons dagelijks leven

Voor lange periodes hadden we minder sociaal contact met onze vrienden en familie, konden we onze hobby’s niet uitoefenen of konden we niet naar school of naar het werk gaan. Al van bij het begin van de pandemie, waarschuwden verschillende experts dat de impact van de pandemie nog groter kon zijn voor jongeren. De adolescentie is namelijk een belangrijke periode waarin de (sociale) levens van jongeren hard veranderen. Jongeren ontwikkelen een eigen identiteit, gaan op zoek naar wat zij belangrijk vinden in het leven. Ze komen ook los van hun ouders en ontdekken beetje bij beetje hoe het is om op eigen benen te staan. Om deze zogenaamde ontwikkelingstaken tot een goed einde te brengen, is het nodig dat jongeren leren om alleen te zijn, dit is verschillend van eenzaam zijn. En laat dat net iets zijn dat extra in de verf gezet werd door de pandemie.

Ervaringen van alleen-zijn veranderen

Door de maatregelen in de strijd tegen het corona-virus, brachten jongeren mogelijk veel meer tijd alleen door tijdens de pandemie dan ervoor, ondanks dat kwaliteitsvolle sociale interacties belangrijk bleken voor de mentale gezondheid tijdens de pandemie. Het is ook mogelijk dat hun ervaringen van het alleen-zijn veranderden. Het is belangrijk om naar deze veranderingen te kijken, omdat alleen-zijn voor sommige jongeren een risicofactor kan zijn voor het ontwikkelen van mentale gezondheidsproblemen. Daarom vergeleken wij de ervaringen van alleen-zijn van jongeren voor de pandemie en op twee momenten tijdens de pandemie. Om nog meer informatie te krijgen over welke jongeren het meest getroffen werden door de pandemie, bekeken we ook hoe een aantal persoonlijke kenmerken de ervaringen van alleen-zijn beïnvloedden. We keken onder meer naar de invloed van sociale steun, sociale vaardigheden en stresserende gebeurtenissen.

Verschillende meetmomenten

We onderzochten dit allemaal met behulp van de gegevens uit de SIGMA-studie . De SIGMA-studie is een grootschalige, langlopende studie naar het mentaal welbevinden van Vlaamse jongeren. De eerste meting van de studie vond plaats in de periode 2018-2019, voor het begin van de pandemie. Daarnaast zijn er ook twee metingen tijdens de pandemie: eentje tijdens de eerste lockdown (mei 2020) en eentje in het midden van de pandemie (voorjaar 2021). Door deze verschillende meetmomenten te vergelijken, krijgen we een duidelijker beeld van de impact van de pandemie.

Sociale steun en sociale vaardigheden als beschermingsfactoren

Jongeren brachten zowel tijdens de eerste lockdown als in het midden van de pandemie meer tijd alleen door dan ervoor. In het midden van de pandemie gaven jongeren ook aan minder positieve gevoelens te hebben wanneer ze alleen waren dan voor de pandemie. Opvallend was dat vooral jongeren met weinig sociale steun en weinig sociale vaardigheden slechtere ervaringen van alleen-zijn hadden. Tijdens de eerste lockdown en in het midden van de pandemie wilden ze minder graag alleen zijn dan ervoor, in aanvulling op de SIGMA-resultaten die toonden dat jongeren zich eenzamer voelde tijdens de eerste lockdown in vergelijking met ervoor . Op beide momenten voelden ze zich ook meer buitengesloten. Voor jongeren met veel sociale steun en sociale vaardigheden veranderde er niet veel tijdens de eerste lockdown. Sociale steun en sociale vaardigheden lijken dus belangrijke beschermende factoren te zijn. Maar dit beschermend effect nam geleidelijk af. Tijdens het midden van de pandemie gaven jongeren met veel sociale steun en sociale vaardigheden immers ook aan minder positieve gevoelens te hebben.

Jongeren goed opvolgen, een must

Dit toont dat het zwaarder werd voor alle jongeren naarmate de pandemie langer duurde. Het is dus belangrijk om niet alleen aandacht te besteden aan de jongeren die het in het begin moeilijk hadden. Omdat de grootste gevolgen van de pandemie misschien pas de komende maanden en jaren zichtbaar zullen worden (o.a. doordat jongeren psychische klachten ontwikkelen), is het belangrijk om jongeren goed op te volgen. Op die manier komen we nog meer te weten over welke jongeren een hoger risico lopen op het ontwikkelen van psychische klachten en kunnen we deze informatie gebruiken om de preventie te verbeteren.


Het team van het Centrum voor Contextuele Psychiatrie onder leiding van Professor Inez Germeys verzorgt regelmatig een blog over nieuwe ontwikkelingen in de wetenschap op het gebied van psychiatrie in het algemeen en psychose in het bijzonder. (twitter: @ccp-leuven; @inezgermeys)

  • Deel deze pagina:

Reacties:

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *