De samenleving krijgt steeds meer te maken met gevaarlijk geachte ‘verwarde personen’. Is de samenleving nog wel veilig, zijn burgers terecht bezorgd? Karlijn Roex, een jonge sociologe die zelf verward is genoemd, draait de vraag om. Zijn het niet juist de verwarde personen die zich steeds onveiliger voelen, door stigmatiserende krantenkoppen, dreigende opsluiting en de dwingende verwachting normaal te doen? Verraadt het debat over verwarde personen niet een weliswaar goedbedoelde, maar in feite neerbuigende en uitsluitende politiek van normaliteit?
In dit fascinerende boek diagnosticeert de auteur niet de verwarde persoon, maar de samenleving die dit begrip in het leven heeft geroepen. Met een meeslepende analyse van het ‘verwarde-personendebat’ biedt ze een sociologie als zelfverdedigingssport, als vechtkunst – waartoe de befaamde Franse socioloog Pierre Bourdieu al opriep. Karlijn Roex laat verhalen spreken die gewoonlijk geen gehoor vinden en concludeert dat het begrip verwarde persoon gevaarlijker is dan datgene waar het naar verwijst.