Als Marijn 15 jaar is ziet hij zijn vader op het voetbalveld overlijden door een hartstilstand. Dit trauma veroorzaakt op latere leeftijd psychoses en achtervolgingswaan, waardoor waanzin verwekkende gebeurtenissen als bloedstollende realiteit worden ervaren. Hij creëert een eigen werkelijkheid, en het contact met de werkelijkheid is dan voor korte tijd verloren.
Als Marijn’s dominante moeder na de plotselinge dood van zijn niet-gelovige vader haar heil zoekt bij een strenggelovige kerkgemeenschap, besluit Marijn zelfstandig te gaan wonen. Wanneer Marty naast hem komt wonen ontstaat er met haar een serieuze relatie, waardoor hij langzaam maar zeker meer in balans komt. Doch eerst heeft Marijn nog een lange weg af te leggen met een reeks van angstaanjagende belevenissen.