Main content

Reeds eerder verschenen op de site van Burn-journal.

Burn-journal is het dagboek dat ik zeven jaar geleden begon te schrijven voor mezelf toen ik een burn-out kreeg. Vandaar de titel: burn-journal, kort (en Engels) voor burn-out journaal. Ook is het burn, het branden, een referentie naar mentale pijn. Ten laatste is er ook nog een referentie naar het engelse gezegde you’ve got burned als sociale vernedering, die ik soms ervaar bij het zijn van een -in mijn ogen- outcast.

Ik ga niet beginnen te vertellen dat de huizendeal van mijn vader niet door gaat en ik in plaats daarvan een hoop zenuwachtige alternatieven en een dinerbon toegeschoven kreeg, want dan zou ik het belangrijkste, aller akeligste niet vertellen. Een kennis van mij heeft zelfmoord gepleegd en niemand wist dat hij zo diep zat. Ik kende hem via mijn rijinstructrice, waar ik tijdens de lessen mee bevriend raakte. Zij en hij waren studiegenoten op de game-developement opleiding. Hij woonde bij mij om de hoek en ik sprak hem op haar verjaardagsfeestjes. Het was een aardige jongen, de enige van haar vriendengroepje waarbij ik mijzelf kon zijn. De rest had toch een soort ontoelaatbaarheid over zich, maar hij niet. Hij hield van vogels en werkte bij de plaatselijke vogelopvang. Dat vond ik leuk, een medevogelaar. Het is nooit bij me opgekomen dat het werk dat hij daar deed wel vrijwilligerswerk moest zijn en ik schoot naadloos door in de veronderstelling dat hij betaald werk bedoelde als hij “werk” zei. Hij droeg donkere kleren, een simpele niet al te moderne spijkerbroek en een zwart superhelden T-shirt natuurlijk. Al deze aanknopingspunten hadden mij de aanwijzing kunnen geven dat hij ook in een uitkering zat en een beetje zoals mij was. Wat problemen, mentaal, of gewoon niet goed meekomen, een uitkering waar je niet over praat. Jammer, ik had het graag geweten.

Toen ik vroeg waarom, vertelde de vriendin dat ze slechts aanwijzingen hadden voor zijn zo onverwachte dood.
‘Hij was een paar weken geleden zijn favoriete huisdier verloren,’ vertelde ze, ‘hij had dat konijn al negen jaar en het was echt zijn maatje. We weten ook niet of het nou zo’n goed idee was achteraf dat hij uit huis ging bij z’n moeder. De scheiding van zijn ouders heeft er toentertijd wel flink in gehakt.’ Haar stem breekt. Ze staat te koken en haar zoontje en de honden maken lawaai op de achtergrond. Haar leven gaat door. ‘We proberen zo veel mogelijk mensen te bereiken voor de crematie morgen, alleen al van de vogelopvang komen er zestig man.’

Ik heb haar gezegd dat ik er niet bij zal zijn, want ik had hem tenslotte maar vier keer gesproken. Later heb ik nog gecheckt met mijn vriendin of ik juist gehandeld had hierover, maar zij vond van wel. ‘Je kent die hele jongen niet,’ zei ze. Het klonk zo hard, maar ze had gelijk. ‘Bovendien zou het voor jou nu een trigger kunnen zijn, dus het is beter dat je niet gaat.’

Weer bingo. Ik zou het niet aan kunnen, al dat leed. Een begrafenis is alleen mooi als ie van iemand op leeftijd is, die grofweg gestorven is aan ouderdom. Niet als ie van een jongen is, die nooit over zijn gevoelens heeft durven praten.

‘Hij had wel eens problemen, en dan zei ik, je mag me altijd bellen hé,’ vertelde de vriendin. ‘Eens heeft ie mij een hele lange mail gestuurd toen het niet ging, maar verder hield ie het altijd voor zich. Misschien dacht ie dat anderen er niet op zaten te wachten of zo…’ haar stem breekt. Geblaf van honden laait op, op de achtergrond. ‘Ze gaan altijd zo tekeer als Mike thuis komt, dan denk ik, het is toch gewoon de baas, waarom?’ We spreken snel een datum af voor koffie en hangen op.

Een tijd lang zit ik in het donker op mijn bed te huilen. Buiten ebt het laatste beetje licht weg. Jeffrey is er niet meer en hij woont niet meer bij mij om de hoek. Ik probeer het te bevatten. Op mijn mobiel kijk ik naar een foto die zij mij stuurde, toen we op haar feestje naast elkaar op de bank zaten. We maakten een overdreven gebaar voor de foto, ik een beetje erger dan hij. Hij had me net op het laatste moment verslagen met gamen. ‘Laat je niet inmaken door een nooby,’ had een vriend van hem gezegd, en toen had hij op de valreep toch nog van mij gewonnen. Ik kijk naar hem op de foto en denk na over de hel die hij in zijn laatste uur doorleeft moet hebben. In eenzaamheid, terwijl er helemaal niemand was. Tranen lopen over mijn wangen terwijl ik voor mij uit staar. Waarom moeten het altijd de goede, lieve, zachte lui zijn die er aan onderdoor gaan op deze aarde?

Die avond probeer ik er op aanraden van mijn vriendin niet te veel over na te denken. Ik kies wel voor het leven denk ik bij mezelf. Ik geniet van een roggebroodje met vegetarische worst en veel saus. Daarna game ik wat. Ik heb een paar dagen eerder zelf een gameconsole gekocht en speel nu haast iedere avond. Er is een vreemde eenzaamheid aan gamen soms. Als je leven niet in balans is en je niet over je problemen wilt nadenken. Je duikt dan in zo’n prachtige wereld en voert triviale taken uit die je brein voor even kalmeren. Maar als je laat in de nacht stopt en weer in je eigen wereld stapt, voel je de leegte weer.

Hoe dan ook de volgende dag ben ik weer depressief. Ik lig tot half twee in bed verstopt in een dagdroom en heb geen honger. Om elf uur was de crematie. Allemaal mensen hebben nu heel veel pijn in dat gebouw. Hun gesnik is overweldigend. Daarna drinken ze koffie met cake en verspreid zich langzaam een soort opluchting na de rouw door de ruimte.

Ik speel harde muziek af van mijn depressieve afspeellijst en huil om alles. Het is weer te veel geweest de afgelopen dagen en nu krijg ik de rekening. Mijn vriendin heeft al drie dagen last van haar buik en troost me.

‘Is dat echt allemaal om die jongen?’, vraagt ze. Schoorvoetend geef ik het toe. ‘Natuurlijk ook om andere dingen,’ zeg ik er snel bij. ‘Ik heb dat niet zo snel zo,’ zegt ze, ‘voor dat soort dingen sluit ik me meer af.’
‘Ach, ik heb toch om de zoveel dagen weer een depressieve dag, het zat er ook gewoon aan te komen, ik was druk de afgelopen dagen. Dat van mijn vader was ook niet al te fijn.’
‘Hij had het niet zo snel moeten toezeggen, dat dacht ik toen al,’ zegt mijn vriendin. ‘En toen kwam ie met allemaal oplossingen zoals, misschien moet je samen in dat huis gaan wonen met je broer, die zoekt ook een huis,’ zucht ik, ‘alsof ik me zo prettig zou voelen bij zijn drukke levensstijl in de buurt.’

Vandaag gaat het weer een beetje. Ik ben een halve kilo kwijt en heb nog steeds geen eetlust, maar ik voel me tenminste ietsje neutraler. Het is vroeg lente dit jaar, buiten zitten twee pimpelmeesjes pinda’s te pikken uit het voederruifje. Een merel zoekt insecten in het gras. Als ie zich er niet zo voor had geschaamd had ook Jeffrey er nog kunnen zijn om van het vogelseizoen te genieten. Silence kills en daar moet een verandering in komen.

Tip: Wist je dat je op de zelfmoord preventie website gratis folders kan bestellen over het onderwerp? Zo leert iedereen de noodlijn kennen, waar je naar kan bellen als je zelfmoordgedachten hebt. https://www.113.nl/ (Nederland), https://www.zelfmoord1813.be/publicaties (België).

  • Deel deze pagina:

Reacties:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *