Main content

Els Lambrecht is hulpverlener met cliëntervaring en wil vanuit beide ervaringen een brug vormen. Els is schrijver en ze werkt ook als schijftherapeute in bijberoep. Ze is eveneens redactrice voor Spiegel, het tijdschrift van UilenSpiegel vzw. Voor Psychosenet schrijft ze onderstaande openhartige en bemoedigende blog.

Durf je in de GGZ zeggen dat medicatie jou niet veel goed gedaan heeft en dat je beter af was zonder, krijg je andere GGZ-gebruikers op je dak. Toch is het echt zo: mijn depressie is pas opgeklaard toen ik stopte met het antidepressivum dat ik toen al even nam en waarvan me werd gezegd dat ik het mijn leven lang zou moeten nemen.

Antidepressiva onderdrukken gevoelens, dat is ook hun doel.

Als je gaat onderdrukken, vlak je af en laat afvlakking nu net een kenmerk zijn van een depressie. Ik ontken niet dat ik depressief was toen ik ermee begon. Ik kreeg de diagnose vitale, majeure depressie en het is een diagnose die ik niet in twijfel trek. Ik ben er wel zeker van dat die depressie een oorzaak heeft en ik ben er net zo zeker van dat antidepressiva de oorzaak niet aanpakte, maar me daar integendeel zelfs in tegenwerkte.

Ik bekijk een depressie als een signaal dat er iets niet oké is.

Omdat er iets niet oké is, raak je uit evenwicht. In the wisdom of trauma hoorde ik Dr. Gabor Maté zeggen dat mensen die een depressie krijgen en echt naar de depressie luisteren, eigenlijk successen zijn. Het zijn geen mensen die gefaald hebben, het zijn mensen die luisteren naar het signaal dat hen gegeven wordt en hun leven dan anders gaan inrichten of dingen gaan ‘verwerken’. Mijn ervaring is hetzelfde. Feit is dat mijn depressie een signaal was, een wake up-call als je wil.

De reflex van psychiaters, en die is gelukkig minder ondertussen, was daarbij om antidepressiva te geven. We moeten de depressie “oplossen”, maar mijn ervaring is dat er niets op te lossen is. De vraag is eerder: ‘Waarom kreeg je die depressie in de eerste plaats, wat wil ze je zeggen?’ In mijn situatie is het méér dan duidelijk dat er oorzaken van buitenaf waren die iets met mij deden. Meer dan één oorzaak zelfs, waarbij de ultieme druppel het nieuws was dat ik waarschijnlijk nooit eigen kinderen kon krijgen. Niet veel later werd ik opgenomen in een psychiatrische afdeling van een ziekenhuis, waar wel gevraagd werd wat er mis was, maar waarbij nooit gevraagd werd wat er gebeurd was dat maakte dat ik daar zo zat. Het meest opvallende voorval was ik er al meer dan een maand zat toen ik sporadisch iets liet vallen over een verkrachting enkele maanden voordien. Ik had dat niet eerder verteld, er was me ook nooit naar gevraagd. Mijn moeder vroeg de psychiater of dat geen oorzaak kon zijn van mijn depressie. Haar antwoord was gelukkig ‘Natuurlijk’, ze wist er alleen niets van… De verkrachting was maar één van de vele druppels toen.

Teveel meegemaakt

Ik ben eigenlijk niet meer dan een zeer klassiek voorbeeld van ‘soms heb je gewoon teveel meegemaakt’ zoals de adviserend geneesheer het in mijn situatie noemde. Hij voegde er nog aan toe dat “teveel meegemaakt” eigenlijk geen diagnose hoeft. Het stomme van de zaak is wel dat vooral het RIZIV die diagnose wil, een psychiater moet nu eenmaal kunnen verantwoorden waarom die wat bij jou doet. Ik zou zeggen dat het systeem daarin dus grandioos faalt. Laatst zei ik mijn psychologe dat ik eigenlijk nooit in “dé psychiatrie” had moeten terecht komen, ze was akkoord.
Een mens die veel meegemaakt heeft, hoeft geen medicatie. Een mens die veel meegemaakt heeft, heeft vooral tijd nodig om daarvan te bekomen. Een mens die veel meegemaakt heeft, moet voelen wat de dingen met hem/haar gedaan hebben om te kunnen “verwerken”. En net dat voelen werd bij mij onderdrukt door de medicatie.

Kwetsbaarheid ontgroeid

Ondertussen volgde ik traumatherapie met succes en kreeg ik te horen dat ik mijn kwetsbaarheid ontgroeid ben. Ik kreeg eveneens te horen dat ik duidelijk geen psychiatrische patiënt meer ben. Mijn psychiater zei dat mijn verdriet ondertussen werd omgezet in levensvreugde. Want ja, herstel is mogelijk. Voor dat herstel had ik eigenlijk geen psychiatrie nodig, laat staan pillen. Ik had gewoon iemand nodig die me vroeg:

‘Vertel het eens, wat is er allemaal met jou gebeurd dat je hier zo voor me zit?’

Meer dan dat had ik eigenlijk niet nodig. Die vraag had me veel tijd bespaard, het had me vooral ook veel stigma bespaard. Het probleem is dat “dé psychiatrie” en een diagnose bepaalde stigma’s en vooroordelen met zich meebrengen. En die zijn hardnekkig, heel erg hardnekkig. Dat had me bespaard kunnen blijven als er naar mij écht geluisterd werd.


Lees meer over de Luisterlijn van Uilenspiegel

  • Deel deze pagina:

Reacties:

  1. Ik vind persoonlijk dat men veel te snel klaarstaat met de diagnose ‘Depressief’.
    Gaat het even minder, ligt het wat moeilijk om iets te verwerken, … dan krijg je direct de stempel ‘Depressief’ en gooien ze met voorschriften voor antidepressiva.
    Ze delen deze medicatie uit alsof het de oplossing is voor alles.
    En daar kan ik me persoonlijk niet in vinden.
    Ook de éne psy is niet de andere.
    Hoe ben je nu geholpen als die persoon er gewoon zit en luistert en op het einde van de 20 minuten je een voorschriftje geeft en een briefje voor het werk?
    Het is best moeilijk om door een zware periode te geraken.
    Maar pillen zijn in mijn ogen niet dé oplossing.
    Een goede begeleiding met iemand die echt met je begaan is en je erdoor wil krijgen is iets anders.

  2. Ik denk ook dat je met medicijnen emotie’s onderdrukt maar niet verwerkt. Dus het probleem wordt niet opgelost. Ik heb veel gehad aan therapie.

  3. je verhaal doet me denken aan het pleidooi van de psychiater die zondag bij Zomergasten was: verhalende diagnose, wat doet het gebeurde met iemand ?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *