Main content

Iemand die last heeft van psychosesymptomen heeft vaak ook last van klachten als depressie, manie, problemen met motivatie, plannen en leren. De combinatie verschilt van persoon tot persoon. En voor elk mens verschillen de symptomen van week tot week en zelfs van moment tot moment.

Diagnosen bestaan uit mengbeelden

De psychiatrie probeert orde te scheppen in alle mengbeelden met behulp van traditionele diagnosen, die vaak beginnen met ‘schizo’. Afhankelijk van het type mengbeeld kiezen psychiaters een van deze traditionele DSM-diagnosen:

  • Psychosesymptomen met veel depressie: psychotische depressie
  • Psychosesymptomen met veel manie: bipolaire stoornis
  • Psychosesymptomen met depressie en/of motivatie- en cognitiesymptomen: schizoaffectieve stoornis (depressief)
  • Psychosesymptomen met manie en/of motivatie- en cognitiesymptomen: schizoaffectieve stoornis (manisch)
  • Psychosesymptomen met veel motivatie- en/of cognitiesympomen gedurende relatief korte tijd: schizofreniforme stoornis
  • Psychosesymptomen met veel motivatie- en/of cognitiesymptomen gedurende langere tijd: schizofrenie
  • Psychose met vooral wanen: waanstoornis
  • Psychose die snel voorbij gaat: korte psychotische stoornis
  • Psychose die volgt op middelengebruik: door een middel geïnduceerde psychose
  • Mensen die altijd stabiel milde psychotische ervaringen hebben: schizotypische persoonlijkheidsstoornis
  • Psychose met onduidelijk mengbeeld: psychose niet anderszins omschreven (NAO)

 

Het nadeel van DSM-diagnosen is dat ze je afleiden van het proces waarin jij je eigen gevoeligheid moet leren kennen: je herstelproces

Herstellen is een psychologisch proces. Bovendien worden de diagnosen vaak voorgesteld als ‘hersenziekten’ waar je niets aan kunt doen. Behalve de symptomen onderdrukken met medicatie. Dat is een verkeerd en achterhaald beeld. Het kan nodig zijn om je symptomen te dempen met medicatie en psychotherapie, maar het uiteindelijke doel is veel belangrijker: je eigen kwetsbaarheid en weerbaarheid leren kennen, zodat je jezelf weer in balans kunt brengen.

Psychosegevoeligheid pakt voor iedereen anders uit omdat jouw eigen unieke kenmerken, karakter, gevoeligheden, kwetsbaarheden en levensgeschiedenis allemaal een rol spelen. Daarom is het onmogelijk om psychose in één diagnose te vatten.

Wij vatten alle diagnosen samen tot één enkel syndroom: het psychotisch syndroom – kortweg: psychose.

De werkelijke diagnose die moet worden gesteld is:

  • Wat zijn jouw specifieke gevoeligheden?
  • Wat is jouw specifieke weerbaarheid?
  • Hoe brengen we jouw gevoeligheid en weerbaarheid in kaart over een langere periode?
  • Hoe leer jij je jouw gevoeligheid en je weerbaarheid goed kennen?
  • Hoe leer je om te gaan met je gevoeligheid?
  • Deel deze pagina: