Main content

Cognitieve functies zoals concentratie en aandacht kunnen verminderd zijn bij psychose. Het beloop van cognitieve problemen verschilt per persoon. Ze zijn vaak tijdelijk maar kunnen ook aanwezig blijven, zelfs als psychotische symptomen verdwenen zijn.

Geheugen- en concentratieproblemen

Belangrijke domeinen van cognitieve functies zijn: snelheid van informatieverwerking, aandacht en concentratie, leren (verbaal en visueel), werkgeheugen en probleemoplossend vermogen. Mensen met psychosegevoeligheid kunnen problemen ervaren binnen een of meerdere domeinen, met name tijdens en in de periode na een psychose. Geheugen- en concentratieproblemen komen veel voor en kunnen erg lastig zijn, bijvoorbeeld bij studie of werk, maar ook wanneer je de krant probeert te lezen of je aandacht bij een gesprek wilt houden. Vaak zijn deze cognitieve problemen tijdelijk en gaan ze over naarmate je herstel vordert. Soms blijven ze aanwezig, ook wanneer de psychotische symptomen verdwenen zijn.

Sociale cognitie

Het vermogen om emoties en intenties van anderen mensen te herkennen en te begrijpen noemen we sociale cognitie. Bij mensen met psychosegevoeligheid kan dit vermogen (tijdelijk) verminderd zijn. Met name in sociale interactie kan dit lastig zijn, bijvoorbeeld als je niet goed in kunt schatten of iemand nu boos of blij naar je kijkt, of wanneer iemand sarcasme gebruikt en iets anders bedoelt dan hij letterlijk zegt.

Er is veel onderzoek gedaan naar sociale cognitie en psychose. We beschrijven vier belangrijke functies, waarvan bekend is dat ze bij psychose problemen op kunnen leveren.

Toon van een gesprek herkennen

Bij communicatie in een gesprek gaat het niet alleen om de gesproken woorden, ook lichaamstaal en de toon zijn belangrijk voor hoe de boodschap binnen komt. Mensen met een psychose hebben vaak moeite met het interpreteren van de toon waarop iets gezegd is. Die toon kan vriendelijk zijn, sarcastisch, vijandig, ongeïnteresseerd, etc. Wanneer je niet kunt interpreteren op welke toon gecommuniceerd wordt, mis je belangrijke onuitgesproken informatie in een gesprek.

Gelaatsuitdrukkingen herkennen

Uit verschillende onderzoeken blijkt dat mensen met psychose moeite hebben met het herkennen van gelaatsuitdrukkingen. Bij het vergelijken van verschillende gelaatsuitdrukkingen (boos, blij, bang, etc) maken zij veel meer fouten dan mensen zonder psychosegevoeligheid. Communicatie wordt hierdoor, naast problemen in betekenisgeving en problemen in de waarneming, nog extra gehinderd. Je kunt het vergelijken met het verschil tussen iemand face to face spreken, en via de telefoon. Als je iemand telefonisch spreekt, mis je de communicatie van lichaamstaal en gelaatsuitdrukkingen. Wat je overhoudt is het gesproken woord, en dat blijkt maar zo’n 10% van alle informatie te zijn.

Snel schakelen

Snel kunnen schakelen tussen het ene onderwerp en het andere is een belangrijke vaardigheid. In het dagelijks leven komt er van alles op je af, wisselen de onderwerpen zich soms in hoog tempo af en doe je soms meerdere dingen tegelijkertijd. Snel schakelen tussen de ene situatie en de andere blijkt lastig voor iemand met een psychose.

Filteren van informatie

Je zit in de trein met een vriend te praten en om je heen worden allerlei gesprekken gevoerd. Om je te kunnen concentreren op alleen je eigen gesprek, moet je al die andere informatie naar de achtergrond brengen. Hiervoor is een ingewikkelde informatieverwerking nodig, die bij mensen met een psychose regelmatig problemen vertoond. Alle informatie komt dan even hard binnen, en je bent niet in staat te filteren tussen wat belangrijk is en wat niet. Je kunt je voorstellen dat leven zonder filter ontzettend vermoeiend is, en je hoofd daar letterlijk overspannen van raakt. Dit is ook precies wat veel mensen met psychose-ervaring vertellen.

 

  • Deel deze pagina: